HERKEURINGEN BIJ HERSTELLERS, MEER GESTROOMLIJNDE JEUGDHULP EN EEN TOILETRESOLUTIE: DIT HEEFT HET VLAAMS PARLEMENT BESLIST OP ZIJN LAATSTE ZITTING

Proefproject met herkeuringen bij herstellers

Het proefproject over herkeuringen van wagens bij erkende herstellers in plaats van in het autokeuringscentrum kreeg groen licht. Het gaat om een proefproject van 5 jaar dat nog eens met 5 jaar kan worden verlengd bij een positieve evaluatie.

In eerste instantie komen herkeuringen in aanmerking waarvoor geen meettoestellen nodig zijn, zodat de herstellers niet moeten investeren. Het gaat voornamelijk over gebreken aan banden, spiegels, lichten en ruiten. Daarna kunnen ook herkeuringen met meettoestellen in aanmerking komen, zoals de afstelling van de dimlichtkoplampen.

Minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open VLD) rekent erop dat op kruissnelheid ongeveer 300.000 herkeuringen (van de in totaal 700.000 herkeuringen) kunnen verschuiven van de keuringsinstellingen naar erkende herstellers. "We willen enerzijds de druk op de erkende keuringsinstellingen laten afnemen en anderzijds de klant tijdswinst laten boeken."

De maatregel moet tegen begin 2025 in werking kunnen treden.

"Vroeg en nabij" voor meer gestroomlijnde jeugdhulp

Met het decreet 'Vroeg en nabij' wil Vlaanderen de jeugdhulp stroomlijnen, 10 jaar na de invoering van het decreet integrale jeugdhulp en het decreet preventieve gezinsondersteuning.

Tal van organisaties en tienduizenden werknemers zijn bezig met de ondersteuning van kinderen, jongeren en hun gezinnen. Maar kinderen en jongeren vinden niet altijd de juiste ondersteuning, ervaren hindernissen en drempels, worden van het kastje naar de muur gestuurd, zien hun ondersteuning plots wegvallen...

Daarom werkt de regering al langer aan het decreet 'geïntegreerd gezins- en jeugdhulpbeleid', de verankering van het 'vroeg en nabij'-principe. Daarmee wil ze zorgen voor ononderbroken hulptrajecten. Kinderen en jongeren moeten zo gewoon mogelijk kunnen opgroeien. Er moet ook een passendere dienstverlening zijn voor kinderen met een meervoudige en complexe problematiek.

Hulpverlening moet volgens de nieuwe principes plaatsvinden in de eigen leefwereld van gezinnen en jongeren, in de buurt en in de school. Er moet onder meer een sterkere verbinding komen tussen de preventieve gezinsondersteuning en de integrale jeugdhulp.

Het is belangrijk om zo vroeg mogelijk eventuele problemen of noden op te sporen om zo snel mogelijk de juiste zorg en ondersteuning te bieden. Zo wordt niet alleen gehamerd op het belang van de eerste 1.000 dagen, maar ook op de versterking van preventie en vroegdetectie.

Minister van Welzijn Hilde Crevits (CD&V) liet alvast weten dat er extra capaciteit wordt gecreëerd in de schoolvervangende dagopvang (110 plaatsen) en in de multifunctionele centra (MFC's), de voorzieningen voor kinderen met een handicap tot en met 21 jaar (50 plaatsen). Daarvoor wordt 10 miljoen euro uitgetrokken.

Gezamenlijk voortraject voor kandidaten van adoptie en pleegzorg

Vanaf 2026 komt er een gezamenlijk voortraject voor kandidaten van adoptie en pleegzorg. Het is de bedoeling om een deel van het voorbereidingstraject te laten samenvallen. Ouders zouden dan in de loop van het traject hun keuze tussen adoptie of pleegzorg kunnen maken.

De plannen voor het gezamenlijke voortraject staan in de bijsturing van de regels rond interlandelijke en binnenlandse adoptie en van pleegzorg. In september 2023 besliste deVlaamse regering over een hervorming van interlandelijke adoptie. Daar is nog een toekomst voor, maar "het belang van het kind moet vooropstaan", klonk het.

De hervorming zet in op een screening van de samenwerking met alle herkomstlanden en een versterking van de partnerschappen met de herkomstlanden. Zelfstandige adopties, waarbij er geen begeleiding door een adoptiedienst gebeurt, zullen in de toekomst niet meer mogelijk zijn.

In het nieuwe decreet worden adoptie en pleegzorg sterker met elkaar verbonden. "Uiteraard zijn er verschillen, maar als we vertrekken vanuit de nood van vele kinderen aan opvang in een gezinscontext, moeten we elke kans grijpen om kinderen een opvangperspectief te geven. Net daarom is het van belang om ook pleegzorg en adoptie te verbinden", luidt de redenering.

De volgende Vlaamse regering moet het gezamenlijke voortraject concreet vorm geven. Volgens minister van Welzijn Hilde Crevits (CD&V) wordt daarvoor een onafhankelijke onderzoeker aangesteld.

Nieuwe minimumdoelen eerste graad secundair

De nieuwe minimumdoelen voor de eerste graad van het secundair onderwijs en voor het zevende leerjaar beroepssecundair onderwijs (BSO) zijn goedgekeurd. Meer soberheid en meer focus vormen de rode draad. Inhoudelijk ligt de klemtoon op Nederlands, talen en wiskunde-wetenschappen.

Het Grondwettelijk Hof vernietigde in juni 2022 de eindtermen voor de tweede en de derde graad van het secundair. Die leggen vast wat leerlingen minimaal moeten kennen en kunnen. Er kwamen nieuwe eindtermen, intussen omgedoopt tot minimumdoelen. Die worden sinds september 2023 uitgerold.

Vorig jaar is beslist om dezelfde oefening te maken in de rest van het leerplichtonderwijs, te beginnen met de eerste graad van het secundair onderwijs en het zevende leerjaar BSO. Het voorstel daarover is nu goedgekeurd. Er is gekozen voor "kwaliteit boven kwantiteit". Zo gaat het aantal eindtermen of minimumdoelen voor de A-stroom van 180 naar 114.

"Het is echter niet het aantal doelen dat telt, wel hoe hoog de lat wordt gelegd", is de boodschap. Vooral herhalingen, gedetailleerde beschrijvingen en voorbeelden werden geschrapt. Inhoudelijk wordt de klemtoon gelegd op Nederlands, talen en wiskunde-wetenschappen.

Onderwijs in gemeenschapsinstellingen gegarandeerd

Het Vlaams Parlement heeft unaniem een decreet goedgekeurd dat het onderwijs in gemeenschapsinstellingen moet garanderen. Het speelt zo in op enkele aanbevelingen na een onderzoek door de onderwijsinspectie.

Er is binnen de jeugdhulp, en vooral in de gemeenschapsinstellingen, al jaren een groot probleem door een gebrek aan officieel onderwijs. Daardoor hebben niet alle jongeren toegang tot volwaardig onderwijs. Het Kinderrechtencommissariaat en de Commissie van Toezicht voor Jeugdinstellingen (CVTJ) klagen dat al jaren aan.

Er is nu een specifieke regeling uitgewerkt waarbij voor elk van de drie gemeenschapsinstellingen een afdeling van een bestaande school voor gewoon of buitengewoon secundair onderwijs van het gemeenschapsonderwijs wordt opgericht. Deze vormt een 'GI-afdeling'.

Elke 'GI-afdeling' krijgt een voorlopige erkenning, waarna het aan een aantal erkennings- en financieringsvoorwaarden zal moeten voldoen. Zo is er de mogelijkheid op controle door de onderwijsinspectie of samenwerking met een CLB. Op die manier wil men de kwaliteit van de onderwijstrajecten garanderen.

Wie momenteel lesgeeft in de gemeenschapsinstellingen zal binnenkort ook vallen onder de rechtspositieregeling van het onderwijspersoneel. Dat is vandaag nog niet zo. Een werkgroep zoekt uit welke overgangsmaatregelen nodig zijn.

Laagste tarief kinderopvang voor alle moeders die secundair onderwijs volgen

Jonge moeders die secundair onderwijs volgen, krijgen voortaan altijd het laagste tarief kinderopvang. Tot nog toe gold dit minimumtarief enkel voor minderjarige moeders. Maar niet iedereen heeft het secundair onderwijs afgerond op zijn 18e verjaardag.

Ouders die gebruikmaken van kinderopvang voor baby's en peuters met een inkomenstarief betalen een bijdrage gebaseerd op het inkomen van het gezin. Sinds 2018 betalen minderjarige moeders in deze opvanginitiatieven automatisch het laagst mogelijke tarief.

Om te vermijden dat jonge moeders die nog op de secundaire school zitten op hun 18e plots niet meer kunnen genieten van dat tarief (omdat het dan berekend wordt op het inkomen van het gezin), wordt de maatregel nu uitgebreid.

101 aanbevelingen van commissie over seksueel misbruik

De 101 aanbevelingen van de bijzondere commissie seksueel misbruik in de Kerk en andere gezagsrelaties werden unaniem goedgekeurd. Die aanbevelingen komen er naar aanleiding van de docureeks 'Godvergeten'.  

De Vlaamse commissie stelt onder meer de oprichting van een fonds voor slachtoffers van seksueel geweld voor. De Kerk moet daar financieel aan bijdragen. Met het federale niveau wordt bekeken of ook plegers van een seksueel misdrijf veroordeeld kunnen worden tot een financiële bijdrage.

Daarnaast vraagt ze om werk te maken van één onthaalpunt waar slachtoffers met alle hulpvragen terechtkunnen. Via dat punt worden ze toegeleid naar de juiste hulp, zoals de Vertrouwenscentra Kindermishandeling of de centra voor geestelijke gezondheidszorg.

Om die hulp ook snel te kunnen aanbieden, moeten de wachtlijsten voor psychologische hulp in samenwerking met de federale overheid worden weggewerkt. Voor iedere hulpvraag moet binnen de maand een eerste gesprek kunnen worden georganiseerd.

De commissie dringt ook aan op nieuwe excuses aan de slachtoffers van historisch seksueel geweld. Daarbij wordt gevraagd om die excuses samen te organiseren met de instellingen en organisaties waar het misbruik heeft plaatsgevonden. Verder moet het leed een blijvende plek krijgen in de vorm van een permanent monument "dat de herinnering aan de slachtoffers van (historisch) seksueel geweld en de erkenning van hun leed levendig houdt".

Vlaamse codex dierenwelzijn

Vlaams minister van Dierenwelzijn Ben Weyts (N-VA) kreeg groen licht voor zijn voorstel over de codex dierenwelzijn. Die komt in de plaats van de bijna 40 jaar oude Dierenwelzijnswet en vertrekt vanuit de visie dat elk dier een levend wezen is met gevoel, specifieke behoeften en intrinsieke waarde. Bestaande en nieuwe regels worden gebundeld.

Dierenmarkten mogen niet meer plaatsvinden. Het gaat dan om de wekelijkse markt of veemarkten. Occasionele jaarmarkten of gespecialiseerde beurzen mogen wel nog dieren verkopen.

Mensen mogen schapen, geiten of varkens niet meer thuis slachten. Organisatoren van volksgebruiken als haanslaan, ganzenrijden of visjesdrinken moeten hun praktijk indien nodig aanpassen.

De huidige kippenkooien moeten ingeruild worden voor volièresystemen met vrije loop. Kippenkooien mogen ook niet meer nieuw aangekocht of vervangen worden: zo mogen er tegen 2036 geen kippenkooien meer zijn in Vlaanderen.

Lijmvallen worden verboden, net als elke seksuele handeling met dieren. Weidedieren moeten permanent gebruik kunnen maken van beschutting. Elk slachthuis dient een camera te hebben, dieren die in het wild gevangen zijn mogen niet gehouden worden, en in elke politiezone moet iemand aangeduid worden als verantwoordelijke voor dierenwelzijn.

Er komt een verbod op dolfinaria, maar omdat er voor de dolfijnen in het Boudewijn Seapark in Brugge volgens Weyts geen beter alternatief is, mogen zij blijven. Al mogen het er niet meer dan 6 worden. Het park moet ook een buitenbassin voor de dieren bouwen. Elke 10 jaar zal geëvalueerd worden of er een waardig alternatief is om de dolfijnen naartoe te brengen.

Wie nalatig is, kan worden gestraft. Er kunnen alternatieve straffen, zoals een verplichte vorming en begeleiding, worden opgelegd.

Voorlopig behoud van de Warande bij provincie

Via een goedgekeurd decreet kan cultuurhuis De Warande in Turnhout voorlopig bij de provincie Antwerpen blijven, in afwachting van een definitieve oplossing.

Vlaanderen stelde vorige zomer een intendant aan voor de Warande. Het cultuurhuis dreigde immers tussen twee stoelen te vallen. De vorige Vlaamse regering besloot de culturele bevoegdheden weg te halen bij de provincies en die ofwel over te hevelen naar de steden en gemeenten of naar Vlaanderen. Voor de Warande ligt die keuze moeilijk. Het centrum wordt als te groot voor Turnhout en te klein voor Vlaanderen beschouwd.

De intendant moest alle mogelijke toekomstscenario's voor de Warande onderzoeken. Hij besloot dat de Warande voorlopig best bij de provincie blijft. De stad Turnhout heeft immers niet voldoende eigen middelen.

De machtiging aan Antwerpen wordt nu decretaal geregeld. Het decreet benadrukt dat het maar om een tijdelijke oplossing gaat tot er een overnemer gevonden wordt.

'Toiletresolutie'

Het Vlaams Parlement zette ook het licht op groen voor de 'toiletresolutie' van Vlaams parlementsleden Katrien Schryvers (CD&V), Maurits Vande Reyde (Open VLD) en.Kris Van Dijck (N-VA), Zij pleiten voor een 'toiletplan' met meer publieke en toegankelijke toiletten.

Voor sommige mensen, zoals mensen met bepaalde aandoeningen, ouderen of ouders met kleine kinderen, is een gebrek aan een proper, toegankelijk toilet met de nodige voorzieningen ronduit problematisch. De beschikbaarheid van openbare toegankelijke en goed onderhouden toiletten moet vergroot worden. De informatie over die openbare toiletten moet beter bekendgemaakt worden, de Vlaamse regering moet een centrale databank opstellen.

Er moet ook een uniforme toiletpas komen, uiterlijk tegen de zomer van 2025. Momenteel zijn er verschillende initiatieven met verschillende 'toiletpassen'. Daardoor krijgen mensen met bepaalde aandoeningen makkelijker toegang tot het toilet.

Vereenvoudigde vergunningsprocedures en Omgevingsbesluit

Het proces van vergunningsprocedures wordt vereenvoudigd. Er komt één basisprocedure met een beslissingstermijn van 60 dagen.

In Vlaanderen zijn er op dit moment 5 verschillende procedures om een omgevingsvergunning aan te vragen, allemaal met andere beslissingstermijnen tussen de 60 en 180 dagen. Het gebeurt bovendien dikwijls dat de aanvraag helemaal opnieuw moet worden ingediend als er onderweg bijsturingen moeten gebeuren. Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) vereenvoudigde het geheel tot 1  modulaire basisprocedure van 60 dagen met een grote flexibiliteit voor bijsturingen.

Voor projecten waarvoor niet enkel een vergunning maar ook een beperkte planwijziging vereist is, voert het decreet ook het Omgevingsbesluit in. Dit besluit neemt slechts 180 dagen in versus 2 tot 4 jaar bij een klassiek ruimtelijk uitvoeringsplan, wat dus een belangrijke tijdswinst oplevert.

2024-05-09T08:37:35Z dg43tfdfdgfd